Roken

Roken is het bewerken van voedsel door het in rook van smeulend hout te hangen.
Niet alleen vis en vlees wordt gerookt; het proces wordt ook gebruikt om rooksmaak te geven aan kaas, groenten, tofu, en zout.
Roken is een eeuwenoud proces om voedsel te bewaren.
Vis en vlees werden vroeger niet  voor de smaak gerookt, maar om het voedsel langer te kunnen bewaren. Tegenwoordig gebeurt het vooral voor de bijzondere rooksmaak.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen warm en koud roken.
  • Koud roken gaat geleidelijk en kan uren duren. Bij dit proces gaat het er om dat het voedsel wordt bewaard. Koud roken betekent niet dat het voedsel ook gegaard wordt. De temperatuur van koud roken ligt rond de 30 graden.
  • Warm roken is meestal bedoeld om voedsel naast een specifieke rooksmaak te geven, ook meteen te garen.
Bij beide technieken is de keuze van de houtsoort van belang.
Voorbeelden van veel gebruikte houtsoorten zijn eik, esdoorn,  kers en appel.
Roken gebeurt in een rookoven.

Als voeding te lang op een te hoge temperatuur wordt gerookt, smaakt het product te sterk en onaangenaam. Veel kant en klare producten zijn niet echt gerookt maar bewerkt met rookaroma.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.